Login       

Documentaire Eddy’s oorlog op tv

Door Gertjan Aalders

Donderdag 28 maart, 22:15 uur zendt BNNVARA op NPO2 de documentaire Eddy’s oorlog uit. Een must see voor iedereen die het werk van oorlogsfotograaf en viervoudig winnaar van de Zilveren Camera Eddy van Wessel volgt. Filmmaker Joost van der Valk volgt Van Wessel op de voet als deze langs de Oekraïense frontlinies reist, steeds op zoek naar het beslissende beeld dat het conflict samenvat en het hele verhaal vertelt. De docu laat zien hoe de fotograaf aan het front te werk gaat en overleeft in een surreële wereld van geweld en destructie. Eddy’s oorlog zet de kijker op het puntje van zijn stoel. Kijken dus.

Eddy van Wessel werkt sinds 1992 als zelfstandig fotograaf voor diverse media, waaronder dagblad Trouw, Vrij Nederland en verschillende buitenlandse bladen. In 2013 gaf hij The Edge of Civilization uit, een overzicht van zijn tot dan toe gemaakte werk. Een somber stemmend boek waarin de kijker wordt meegenomen ‘op een beeldende en emotionele tocht langs de randen van onze beschaving.’ Die tocht voert langs conflictgebieden in Tsjetsjenië, Bosnië, Gaza, Irak , Afghanistan en Syrië. En altijd is Van Wessel op zoek naar dat ene beeld, dat alleszeggende detail.
Mark Mc Donald, (1951), in The Edge of Civilization: ‘Zoals alle goede oorlogsfotografie is Eddy’s werk veel meer dan wat er in het kader gevat is. Er is de suggestie van meer. De foto’s brengen nabijheid. Ze stellen vragen. Ze bevragen ons: wat weten we van de mensen die we hier zien, in wier leven we kijken, van wat ze meemaken net buiten dat ene kader, van de onzichtbare complexiteit van het conflict?’
Inmiddels heeft Van Wessel in 2024 zijn vierde Zilveren Camera in ontvangst mogen nemen, na eerdere Zilveren Camera’s 2012, 2015 en 2019. Dat typeert Eddy, of zoals hij zelf zegt: ‘Mijn kwaliteit is niet dat ik goede foto’s maak, maar dat ik doorzet en niet ophoud. Ik ben altijd op zoek naar dat ene beeld dat het hele verhaal vertelt.

En dan, nu in 2024, de documentaire Eddy’s oorlog over zijn moeizame en gevaarlijke werk als oorlogsfotograaf. Filmmaker Joost van der Valk vertelt het verhaal van Eddy en zijn zoektocht naar dat ene alles vertellende beeld. Spannend, recht voor zijn raap en dicht op de huid. Vol vaart, op weg naar het front, waar ‘het’ gebeurt. Zo wordt de weloverwogen werkwijze van de fotograaf in beeld gebracht. Soms is er spanning tussen filmer en fotograaf: gaan we wel, gaan we niet? Ook de lokale fixer heeft zo zijn angstige bedenkingen, de Russen liggen vijf kilometer verderop aan het front. We zien een bleke krijgsgevangene zijn beklag doen over zijn commandanten aan de andere kant, hij krijgt een sigaret aangeboden. Een verkreukeld bejaard echtpaar komt verdwaasd een verwoeste flat uitgestrompeld, weet niet waar ze heen moet. Ouders met drie kleine kinderen, de vierde op komst, woont vlak aan het front. De man des huizes wil niet verhuizen. Soldaten zitten achter hun computer en sturen drones naar de vijand. Eddy nadert het front tot op tientallen meters.

De documentaire toont de werkelijkheid zoals die beleefd wordt door de fotograaf en zijn omgeving. Wij toeschouwers zitten op het puntje van onze stoel en maken het allemaal mee dankzij de snelle en overrompelende stijl van filmen. Een documentairestijl die zijn cinematografische parallel heeft in het verontrustende Green Border, een in zwartwit gedraaide film uit 2023 van regisseur Agnieszka Holland, die handelt over de dramatische ‘pingpong-pushbacks’ van vluchtelingen aan de grens tussen Belarus en Polen.
Op terugkerende momenten wordt in Eddy’s oorlog het bewegend beeld afgewisseld met stills van de getoonde momenten. Foto’s in rauw zwart-wit, zowel in vorm als inhoud, in dat typische Van Wessel handschrift, waarin de gevolgen van de strijd tot uitdrukking komen, de destructie, het lijden, de wanhoop en paniek, maar ook de onderlinge saamhorigheid, de hulp. Ze overstijgen de directe verslaglegging en tonen een gevoelig oog voor moment en menselijkheid. Het zijn beelden van een grote poëtische kracht, die de ervaring van de verschrikkingen dichterbij brengen en de kijker tot nadenken dwingen.

Eddy van Wessel laat zien waartoe mensen moreel en fysiek in staat zijn, in het besef dat alles wat mogelijk is en bedacht kan worden, ook daadwerkelijk kan gebeuren. De fotograaf wil niet alleen het hier en nu fotograferen, maar ook scenes en gebeurtenissen vastleggen voor latere generaties. Zo staat hij vlak achter het front en pusht een commandant om hem mee te nemen om zwaar gewonde soldaten van het front te halen. Dat gaat niet, want, aldus de commandant: ‘No more place in the Bradley vehicle, Eddy.’ Van Wessel dringt aan: ‘This is a historical moment, this is history!’ Maar hij mag niet mee. Goddomme!

De inzet en het doorzettingsvermogen om met gevaar voor eigen leven al dertig jaar een bijdrage te leveren aan de visuele geschiedschrijving van oorlogen is weinig journalisten gegeven. Dat dwingt grote bewondering af. Van Wessel is vasthoudend en blijft de randen van de beschaving opzoeken en daar systematisch journalistiek verslag van doen. Toekomstige generaties zullen zijn werk zien en weten: zo was het toen. Maar in al zijn publicaties dringt zich ook het grote verhaal op: zo is het en zo zal het altijd zijn.

De documentaire Eddy’s oorlog wordt donderdag 28 maart bij BNNVARA op NPO2, 22:15 uur. September 2024 publiceert Eddy van Wessel zijn werk in de oorlogsgebieden in Oekraïne bij FW Books in Amsterdam. Nadere info volgt.

Eddy van Wessel aan het front (beeld uit de docu Eddy’s oorlog)
 
 

Column Gertjan Aalders

september 2023

Op vrijdag 1 september opende de Zwolse wethouder van cultuur, mevr. Monique Schuttenbeld, op het Lübeckplein de nieuwe expositie Verhalen van Zwolle, Hanzestad aan de IJssel. Een feestelijke bijeenkomst die door zo’n honderd mensen werd bijgewoond. Extra feestelijke noot: Nico van de haringkraam op het Lübeckplein verzorgde lekkere hapjes, waaronder vette haring en Noorse zalm op krokante toastjes.

Het moet gezegd: de wethouder, tevens langjarig bestuurslid van Collectie Overijssel, was goed op dreef toen zij de officiële opening verrichtte. Ze spletsjte, gesecondeerd door twee behulpzame adjudanten, een bekertje vers kraanwater tegen de zijkant van een van de glazen huisjes. Haar openingshandeling was een stijlvolle reprise van die van vorig seizoen. Hulde aan de wethouder! Na het uitroepen van de formule ‘Hierbij verklaar ik de expositie Verhalen van Zwolle, Hanzestad aan de IJssel, officieel voor geopend!’, brak een vrolijk gejuich uit onder de aanwezigen op het plein.

Laten we wel wezen: De Stad Verbeeldt heeft het hem in 2023 weer gelapt met de prachtige exposities op het Lübeckplein en in de oude IJsselcentrale in Harculo! En dat zonder een peperdure promotiecampagne van acht pagina’s in De Volkskrant! Ja, de gemeente gaf andermaal blijk van haar betrokkenheid door de actieve aanwezigheid van de wethouder!

De Stad Verbeeldt heeft een sterk profiel, vaart op de inhoudelijke diepgang van programmamanager en docenten en de betrokkenheid van veel vrijwilligers. Zij hebben de exposities mogelijk gemaakt: het jaarlijkse jaaroverzicht van ‘De Zilveren Camera’ in Harculo is indrukwekkend, maar absoluut hoogtepunt van visual (!) storytelling zijn de zes reliëffoto’s in de serie ‘Voel het nieuws’. Deze stellen blinden en slechtzienden min of meer in staat zich een visueel beeld van de werkelijkheid te vormen.

We nemen wat meer afstand tot het feestgedruis in Harculo. Terug op het Lübeckplein laten we op een rustig moment het gedicht ‘De Zwolse Kogge’ op ons inwerken. Het glaasje kraanwater, dat de wethouder van cultuur zo vakkundig tegen het gedicht had gespletsjt, is inmiddels verdampt. De woorden zijn kristalhelder leesbaar en vinden weldra hun weg naar het Zwolse hart.

Het gedicht onderzoekt de relatie van Zwolle tot het Hanzeverleden van de stad. Het plaatst het Koggepark, zoals de Koggelaan na de aanstaande verbouwing in 2024 gaat heten, in een poëticaal-historisch perspectief. Het voegt daarmee unieke waarde toe aan de publieke ruimte. ‘De Zwolse Kogge’ is een prachtgedicht dat naadloos past in de rijke en gevoelige poëtische traditie (Rhijnvis Feith, 1753 – 1824!) van Zwolle, Hanzestad aan de IJssel.

 
De Zwolse Kogge

Diep onder de dekzandrug waar Zwolle ooit verrees,
daar ligt, tussen IJssel en de Vecht, al eeuwenlang
een schip, de kantjes pekelharing nog aan boord.
Enkel de massief eiken mast ontbreekt.
Wie zoekt die zal de kogge vinden en
wie hem vindt heeft flink gezocht.

Gaver dan de Bremer Kogge (een echte) en
gaver nog dan de Kamper Kogge (een replica)
is de Zwolse Kogge (23 x 7 meter, met een
gewicht van 60 ton) de trots van Zwolle!
Wie zoekt die zal de kogge vinden en
wie hem vindt heeft flink gezocht.



 
 

Blog

februari 2023

De Stad Verbeeldt start 11 maart een nieuwe reeks ateliers Visual Storytelling. Het thema is ‘Verhalen van Zwolle, Hanzestad aan de IJssel’ en sluit aan bij het Hanzejaar 2023 van de stad Zwolle.

Uitgangspunt: Zwolle was door zijn ligging en mentaliteit een vooraanstaande Hanzestad. Die sfeer van bedrijvigheid en handel vind je nog terug in het Zwolle van nu. Je moet er alleen oog voor hebben. De hamvraag: hoe verbeeld je die ‘Verhalen van Zwolle, Hanzestad aan de IJssel’? Dat en nog veel meer gaan we in de komende vijf ateliers onderzoeken. Output: een geweldige expositie aan de boorden van de IJssel in de loop van dit jaar.

Intermezzo: afgelopen week stond ik voor een bijzondere klus: de schuifdeuren in mijn woonkamer piepen en snerpen elke keer dat ik ze openschuif. Oorzaak: ouderdom van de wieltjes. Zouden ze vervangen moeten worden? Met veel moeite haalde ik de deuren uit hun geleiding, legde ze horizontaal neer en schroefde de gietijzeren behuizing van de wieltjes aan de onderkant los. Ik liet het zware gietijzer uit 1910 even in mijn hand rusten. Erop stond te lezen: GEGARANDEERD AKULON, WIEL 80 mm.

In een flits zag ik voor me hoe lang geleden een timmerman met veel gevoel diezelfde wieltjes in de schuifdeur had aangebracht, nu meer dan een eeuw geleden. Ik rook iets vettigs, zag in een beschadigd hoekje van de deur de oorspronkelijke ossenbloedrode kleur. Hoe heette die man, wat droeg hij, welk gereedschap had hij in zijn hand, hoe oud was hij, had hij een gezin? Hoe ver was de bouw van het pand, waar ik al meer dan twintig jaar woon, gevorderd? Ik hoor hem praten met zijn collega-bouwvakkers.

Geert Mak gaat in zijn boekenweekessay ‘Het ontsnapte land’ (2002) op zoek naar sporen uit het verleden. Mak reist in het motorschip ‘De kleine Olifant’ van Schiedam naar Zaandam, zoals zijn grootvader dat in 1912 ook had gedaan. Hij verwondert zich over het aan hem voorbijtrekkende landschap en mijmert (p. 19-20) over tijd en herinneringen: ‘Leidschendam. Ik gleed een sluisje binnen en opeens was het de wereld van oom Jacob, tot in alle details: de krullerige lantaarnpalen, het sluiswachtershuisje, de houten banken, de mannen die hun brood zitten te eten, hoestend in de ochtendnevel.’ Mak heeft het over een ‘gat in de tijd’, waarin je in de diepte van tijd en ruimte duikelt en het verleden als het ware fysiek ervaart.

Het is wat de beroemde historicus Johan Huizinga, auteur van het veelgeprezen standaardwerk ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ (1919), de ‘historische sensatie’ noemt: dat directe en onmiddellijke contact met het verleden. Die ervaring van dat contact, aldus Huizinga, overkomt je als het ware, en legt een directe verbinding met de verleden werkelijkheid, vaak in een flits en onherhaalbaar. En getriggerd door een schijnbaar onbeduidend voorwerp, door een vage geur of klank.

Iedereen herkent dit verschijnsel.

In de komende ateliers gaan we samen met cursisten een nieuw, groot avontuur aan: het zoeken en vangen van ‘Verhalen van Zwolle, Hanzestad aan de IJssel’. Het afgelopen seizoen was met de Verhalen van Harculo al een groot succes, niet in de laatste plaats vanwege de historische plek van de slotexpositie: de oude IJsselcentrale in Harculo. In dit seizoen graven we nog verder in het verleden. We zoeken naar samenhangende beelden en geluiden die de verbinding met dat verleden leggen, dit oproepen, ernaar verwijzen of opnieuw vormgeven zonder in een museale voorstelling te vervallen. Het is visual storytelling op een historisch verantwoord en artistiek-inhoudelijk hoog niveau. Dat is zoals De Stad Verbeeldt werkt, dat is het dna van DSV.

De recent gebouwde panden aan de Gouden Bocht van de Thorbeckegracht in Zwolle vormen een goed voorbeeld van een zorgvuldige architectonische omgang met het verleden: niet historiserend, maar interpreterend. Daardoor ontstaat een nieuw en relevant verhaal. Bart van der Salm, een van de zes architecten die een pand in de Gouden Bocht aan de Thorbeckegracht heeft ontworpen, legt uit: ‘Mijn ontwerp is geïnspireerd op de pakhuizen die er in het verleden hebben gestaan. Dat waren robuuste, beetje bonkige gebouwen, met een symmetrische gevelindeling en een centraal gelegen entree op de begane grond om de goederen vanaf de kade over te brengen naar binnen toe.’

Zo willen we in de ateliers ook samenwerken met de cursisten: vanuit een zekere kennis van de verleden werkelijkheid visuele verhalen maken die ertoe doen en die het Hanzejaar van Zwolle diepgang geven.



Gertjan Aalders

 
 

Blog 360

oktober 2022

Carla Kogelman, een van de drie professionele fotografen van het project ‘Verhalen van Harculo’ heeft met haar eigenzinnige bijdrage een belangrijk stempel gedrukt op de sfeer en toon van de recentelijk gesloten expositie. Haar bijdrage in de Oude IJsselcentrale onderscheidt zich sterk van die van haar collega-fotografen Harm van de Poel en Petra Mwaro Jansen wier werk ik in eerdere blogs besprak.

‘Een echte Kogelman herken je zo’, is een gevleugelde uitspraak onder fotografische connaisseurs die een ‘grand cru’ goed van een ‘appellation contrôlée’ weten te onderscheiden. Dat geldt ook voor haar serie in Harculo. Dat heeft natuurlijk te maken met de alledaagse mise-en scène en de rauwe korrel in het materiaal, maar ook met het overdonderend gebruik van zwartwit.

Het is duidelijk: in de sombere wereld van Kogelman is geen ruimte voor kleur. Of dat erg is, is de vraag. Wie langer kijkt naar de serie portretten ziet de nuance en het detail. Er gaat naarmate je langer kijkt een enorme kracht uit van de zwartwit portretten van de oud-medewerkers van Harculo.

Kogelman heeft zich voor deze opdracht grondig voorbereid, is diep de levens van de geportretteerden ingedoken en heeft veel gesprekken met ze gevoerd. In haar eigen woorden: ’Wederzijds vertrouwen levert intieme beelden op. De portretten zijn een illustratie van het dagelijks leven en verbeelden de wijze waarop mensen in het leven staan.’ Die inhoudelijke benadering in combinatie met haar vermogen tot empathie heeft zich vertaald in de grote zeggingskracht van het geheel.

De mooiste foto licht ik er even uit: die van oud-medewerker Gerrit Jansen die als chef werkplaats van de IJsselcentrale jarenlang in een personeelswoning vlakbij zijn werkgever woonde. Carla toont het publiek een uit steen gehouwen, gegroefd gelaat. Een zelfverzekerde blik, een lichtspottende trek om de mond. Niemand die deze persoon iets wijs weet te maken. Een gezicht waar de jaren overheen zijn gegaan, dat is wel duidelijk. Een verweerde, literaire kop die mij zeer is toegedaan.

Net zo indrukwekkend als het portret van de Ierse schrijver en Nobelprijswinnaar die als geen ander heeft bijgedragen aan het absurdisme in de literatuur en wiens werk wij, als we maar lang genoeg wachten, allemaal denken te kennen.



Gertjan Aalders

 
 

Blog 360

september 2022

Petra Mwaro-Jansen is een van de drie professionals van wie het werk te zien is op de expositie Verhalen van Harculo in de voormalige IJsselcentrale in Harculo. Zij heeft zich door de restanten van de gebouwen laten inspireren in een poging om het verleden visueel tot leven te wekken.


Sodeju, wat heeft Petra, visual artist van de eerste categorie, dat goed gedaan. Het zijn visuele constructies met uit de werkelijkheid geplukte beeldelementen, die ze inzet in haar eigen surreële wereld. Achter haar computer manipuleert ze, deconstrueert en voegt ze toe, en altijd met gevoel voor schoonheid en aandacht voor het detail. Ze slaagt erin het verleden van de Harculose werkgemeenschap op te roepen en dat met de toekomst te verbinden.

Eén beeld is nu al iconisch: dat van het meisje dat met gesloten ogen in een windmolentje blaast. Er gaat een enorme kracht van uit: het gemanipuleerde beeld, de kleurstelling, de subtiele plooien in het blauwe bloesje, de concentratie die het blazen van het meisje eist, het bolle wangetje en de verstilling die je als argeloze kijker ervaart. Een overdonderende kijkervaring.

Petra Mwaro-Jansen voegt in haar visuele constructies laag voor laag toe, soms wel twintig keer. De kijker raakt in verwarring door het gebruik van al die metaforen en symbolen: wat doet die vogel daar op die schoorsteen, wat doen de bladeren daar in de kantine? En sloop daar niet een rat weg? Ho, wacht eens even: dat meisje blaast zo hard ze kan en zet zo het speelgoedmolentje in beweging. Maar … maar het haar wappert precies de andere kant op: Jan de wind komt duidelijk uit een andere richting. Het meisje blaast tegen de wind in. Je moet maar durven, dapper meisje! En herkenbaar ook. Wie heeft niet ooit hetzelfde gedaan en dat dartele spel met de wind gespeeld?

Het beeld vertoont qua sfeer een opvallende gelijkenis met het werk van de visual artist die onder de naam Loretta Lux (Dresden 1969) in 2004 debuteerde en wier verstilde maar eindeloos bewerkte portretten van kinderen mij tot op de dag van vandaag ontroeren. Een van die portretten uit het begin van deze eeuw: het meisje met ‘The Red Ball’.


Loretta Lux, The Red Ball 1 (2000)


Gertjan Aalders

 
 

Blog 360

juli 2022

De Stad Verbeeldt nodigt elk jaar fotografen en filmers uit om een bepaald thema visueel uit te werken. Dit jaar is dat ‘Verhalen van Harculo’. Amateurs worden bij hun producties intensief begeleid. Een set van drie geselecteerde professionele fotografen gaat zelfstandig aan de slag. Van 3 september tot en met 2 oktober exposeren Carla Kogelman, Petra Mwaro-Jansen en Harm van de Poel hun fotoseries. Spoiler alert: hun visuele verhalen van voormalige medewerkers van de IJsselcentrale in Harculo zijn melancholisch, surrealistisch, verstild.

Harm van de Poel (1984), in 2017 afgestudeerd aan de Fotoacademie Amsterdam, werkt als portret- en documentair fotograaf voornamelijk met analoge platencamera’s. Een langzaaam proces waarbij hij voorafgaand aan het schieten van een foto gericht kijkt en wacht. Op deze manier vangt hij wat hij zoekt. En als hij wat vindt dan zoekt hij verder, ad infinitum.

Zo heeft hij twee krachtige portretten gebeeldhouwd van ir. Leo de Groen, die tussen 1979 en 1992 als bedrijfsleider op de IJsselcentrale werkte. Kijk nu eens goed naar deze twee beelden: hoeveel tijd zit er eigenlijk tussen de eerste en de tweede opname? Het wisselen van de platen kost al gauw tien, twintig seconden. Op de eerste foto kijkt De Groen recht voor zich uit, zich bewust van het historisch moment. De tweede foto toont de vorsende blik van de oud-medewerker, die de kijker lange tijd gevangen houdt. Wat is er gebeurd in de tussentijd?

August Sander (1876 – 1964) was een Duitse portret- en documentairefotograaf en publiceerde in 1929 de eerste van een reeks portretten onder de titel ‘Antlitz der Zeit’, het gezicht van de tijd. Hierin ging hij op zoek naar archetypes in het Duitsland van zijn tijd, totdat de nazi’s hem in 1933 het werken onmogelijk maakten.

Een van de geportretteerden was de architect Dr. Otto Poelzig. Ook van hem nam August Sander vlak na elkaar twee portretten. Op het eerste portret kijkt de architect, sigaar in de linkerhand, het beeld uit. Op het tweede portret kijkt hij verstrooid in de camera, zichtbaar ontspannen.

Wat mij sinds 1980, toen Sanders meesterwerk ‘Menschen des 20. Jahrhunderts’ verscheen, heeft gefascineerd: wat doet die vlieg daar op de revers van het colbert van Herr Dr. Otto Poelzig? Hij zit

daar toch echt op die eerste foto.

Maar de op tweede foto ontbreekt de vlieg. Hij (maar het kan ook een zij zijn) is simpelweg gevlogen en uit de tijd getreden. Dat is de inherente melancholie van elk geslaagd portret, of dat nu gemaakt is door August Sander in 1929, of door Harm van de Poel in 2022: de geportretteerde treedt vroeg of laat uit de tijd. Dat besef ontroert de kijker, soms tot schreiens toe. In het portret van Herr Dr. Otto Poelzig is het echter de vlieg die de ontroering teweegbrengt.



Gertjan Aalders

 
 

Blog

360 mei 2022

Een indrukwekkend moment in de bioscoop: een filmpje van 3 minuut en 33 seconden, waarin enkel alledaags straatleven. Vale kleuren, schokkende beelden, herkenbare scènes van door elkaar krioelende mensen. Het is warm, iedereen is zomers gekleed. Er wordt gelachen, kleine jongens verdringen zich voor de camera, duwen elkaar weg. Het is 1938, de beelden zijn geschoten in de Joodse wijk in het Poolse stadje Nasielsk.

Historica en NRC-journalist Bianca Stigter kwam het filmpje ‘Three minutes in Poland’ bij toeval op het spoor, raakte gebiologeerd door de historische beelden in kleur (!) van het Joodse leven in Nasielsk, en heeft in haar productie ‘Three Minutes – a lengthening’ de ruim 3 minuten uitgerekt tot 69 minuten. Zo wilde zij de individuen op het celluloid een stem geven. Die wisten natuurlijk niet wat hen boven het hoofd hing: enkele jaren later was nagenoeg iedereen door de Duitse vernietigingsmachine uitgemoord.

Een still uit de film ‘Three minutes – a lengthening’ van Bianca Stigter (2022)

Je zit erbij en je kijkt ernaar: de aandoenlijke beelden van het meisje dat door een buurjongetje opzij wordt geduwd, de vrouw die voorzichtig van een trap afdaalt, de werkers met hun handkar. Je hoort het geroezemoes en het geschreeuw. Maar de toeschouwer weet, wat zij niet weten, niet kúnnen weten.

Een ongemakkelijke ervaring.

Bianca Stigter (Trouw, 7 april): ‘Ik had de gedachte dat het mooi zou zijn als we die drie minuten langer konden maken. Om die mensen meer ruimte te geven en dit verleden in ons heden te houden.’ Zij ging als een archeoloog aan de slag die de geschiedenis recht wil doen, werkend met celluloid in plaats van potscherven. In de 69 minuten durende reconstructie raak je als kijker bekend met de personages die het scherm in een repeterende cadans vullen.

De Russisch-Amerikaanse fotograaf Roman Vishniac (1897 – 1990) publiceerde in 1983 het monumentale ‘A Vanished World’ over het verdwenen Joods leven in Centraal- en Oost-Europa. Hoe vaak heb ik niet naar die zwartwit foto’s gekeken, geprobeerd de geluiden op te vangen van het straatrumoer in die vooroorlogse Joodse wijken?

Vishniac heeft in ‘A Vanished World’ het toenmalig heden vastgelegd, Stigter heeft met moderne middelen gepoogd dit verleden te reconstruren en daarmee voelbaar te maken. De kijker blijft opnieuw verbijsterd achter.

Uit: Roman Vishniac, A Vanished World (1983)


Gertjan Aalders

 
 

Blog

360 maart 2022

Donderdag 31 maart 10:20 uur: de Oekraïnse president Zelensky houdt via een videoverbinding een historische toespraak voor de leden van de Tweede Kamer. Zijn appel: stop alle handel met Rusland, geef Oekraïne meer wapens. Sinds de Russische inval op 26 februari krijgen we dagelijks de schokkende beelden van de oorlog in Oekraïne te zien.

In haar boek Kijken naar de pijn van anderen betoogt de Amerikaanse schrijfster Susan Sontag dat foto’s van verminkte lijken wel degelijk kunnen worden gebruikt om afkeer van oorlog te versterken en, althans voor enige tijd, de werkelijkheid van de oorlog ten dele duidelijk te maken aan mensen die nooit een oorlog hebben meegemaakt (p 13). Zij stelt verder (p 91): Men kan zich verplicht voelen naar foto’s te kijken waarop verschrikkelijke wreedheden en misdaden zijn vastgelegd. Men móet zich verplicht voelen erover na te denken wat het betekent om ernaar te kijken, na te denken over ons vermogen om te bevatten wat erop te zien is.

Fotojournalist Eddy van Wessel, meervoudig winnaar van De Zilveren Camera, werkt al jaren in diverse confict- en rampgebieden. Zijn beelden en reportages komen rechtstreeks vanaf het front of - even vaak - vanaf locaties achter het front. Altijd in zwartwit en altijd bovenop de actie. Zo toont hij het publiek wat oorlog en conflict met mensen doet.

In Trouw (21 maart) staat bijvoorbeeld een harde frontfoto van een overlevende van een Russische raketaanval op een marinebasis in Mykolajiv.

Daartegenover het minstens zo indringende beeld op het station van Charkiv waar een Oekraïnse man, opgeroepen voor het leger, afscheid moet nemen van zijn partner. Van Wessel, in gesprek met Umberto Tan (RTL4, 29 maart): ‘Ze stonden de hele tijd hand in hand. Op het moment dat de trein zachtjes komt aanschuiven, breekt de vrouw. Ja, dat vang je dan met je camera, precies op het moment dat de wanhoop zichtbaar is.’

Hoe hij zo’n foto maakt? Eddy: ‘Iedere foto die je maakt, die ZIE je ook, die zit in je hoofd. Zeker met de camera’s waarmee ik werk komt alles 100% binnen. Ik zie iets gebeuren waarvan iedereen zou moeten weten wat het is. Iets wat we nooit mogen vergeten.’


Gertjan Aalders

 
 

Blog

360
Wie niet voor ons is, is tegen ons!

Zaterdag 26 februari loop ik mee in de demonstratie tegen de Russische inval in Oekraïne, op de Dam in Amsterdam. Er heerst verbijstering, woede en zorg onder de 15.000 aanwezigen. De schaamteloze agressie van Putin, de solidariteit met Zelensky en het Oekraïnse volk én de angst voor verdere escalatie: je ziet het op de gezichten van demonstranten, jong en oud.

Ik ben in verwarring. Ik kom zojuist uit de schitterende expositie over de Russische avant-garde / Revolutie in de kunst in de Hermitage aan de Amstel, notabene nog in 2013 bezocht door Putin ter opening van het Nederland-Ruslandjaar. Dat was vóór de inval in de Krim, dat was vóór de ramp met de MH-17 in 2014. Zie *

Op geëxposeerde porseleinen ‘agitatie-borden’, gemaakt vlak na de revolutie van 1917, staan propagandaleuzen als ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons’, ‘Strijd maakt helden’ en ‘Intelligentie tolereert geen gebrek aan vrijheid’. Agitprop en kunst in een, bedacht door de getalenteerde graficus Sergej Tsjechonin en bedoeld om de grote massa te mobiliseren. Hoe mooi kan een Russische revolutie zijn.

КТО НЕ С НАМИ, TOT ПРОТИВ НАС:
wie niet voor ons is, is tegen ons

Het verwart me. Hebben we de inval in Oekraïne niet zien aankomen? Er zijn genoeg voortekenen die hebben gewezen op de Russische wil om een verwoestende oorlog te voeren: Grozny, Georgië, Aleppo, Oost-Oekraïne. Is het Westen goedgelovig geweest, erop vertrouwend dat onze liberale democratie sterk genoeg is om dictatoriaal geregeerde landen te weerstaan? Historicus Timothy Snyder (in: De weg naar onvrijheid, 2018) formuleert het scherp, geparafraseerd: ‘In het westen is men gericht op de toekomst, dan zal alles onvermijdelijk beter worden. Maar denk je meer cyclisch, dan komt de dreiging altijd van buiten; men spreekt niet over een toekomst maar enkel nostalgisch over een eeuwig en terugkerend verleden.’

Ik denk aan de grote vredesdemonstratie, 21 november 1981, ook in Amsterdam. Ruim 400.000 demonstranten tegen het NAVO-dubbelbesluit om raketten in Europa te plaatsen als reactie op de stationering van SS-20 raketten door de Sovjet-Unie. Ook toen was ik erbij, we dachten het gelijk aan onze kant te hebben. Maar de revolutionaire woorden uit 1918 klinken na, tot op de Dam, op die zonovergoten dag op 26 februari 2022: wie niet voor ons is, is tegen ons!

*Op 3 maart 2022 heeft de Hermitage Amsterdam de band met het Staatsmuseum Hermitage in St-Petersburg Rusland verbroken. De tentoonstelling Russische avant-garde / Revolutie in de kunst is tot nader order gesloten.

Amsterdam 21 november 1981, demo tegen het NATO-dubbelbesluit (eigen foto)
Amsterdam, 26 februari 2022, demo tegen de Russische inval in Oekraïne (eigen foto’s)

Gertjan Aalders

 
 

Blog

360 december 2021

In zijn boek Troost, als licht in donkere tijden, schrijft de Canadese schrijver Michael Ignatieff: ‘Troost vinden is je verzoenen met het feit dat de wereld is zoals hij is, zonder de hoop op gerechtigheid te verliezen.’ Ik las deze uitspraak op de avond dat Angela Merkel afscheid nam van de politiek, 2 december jongstleden in Berlijn. Heel opmerkelijk was de keuze van Mutti Merkel voor Du hast den Farbfilm vergessen, een lied van de Oost-Duitse punkzangeres Nina Hagen. Iedereen in voormalig Oost-Duitsland kan het lied uit 1974 nog meezingen.

Mij is de ontroerende scène bijgebleven waarin de Franse president Macron afscheid neemt van de Duitse Bundeskanzlerin, een maand eerder in Beaune, een stad in de wijnstreek Bourgondië. Ze ontvangt er uit zijn handen de hoogste Franse onderscheiding, het Grootkruis van het Legioen van Eer. So far so good. denk je. Enkele vriendelijke woorden over en weer, een glimlach, even in de camera kijken, handen schudden en … einde ritueel.

Hier gebeurt iets anders. Macron is al begonnen met applaudisseren, Merkel, een beetje onhandig, schuift naar het midden van het beeld. Hij overhandigt haar – verlegen, jongensachtig – het eervolle, ingelijste document, klopt haar op de schouder. Zij reageert aarzelend, ze kijken elkaar aan, nog een schouderklop, hij fluistert iets tegen haar en dan … een seconde, meer is het niet … omhelzen ze elkaar.

Beeld 1. Angela Merkel en Emmanuel Macron omhelzen elkaar, Beaune, Frankrijk, 4 november 2021

Dit is niet gescript of gespeeld. Dit is Grote Politiek, teruggebracht tot een enkele emotionele scène waarin twee politici, zich bewust van hun verantwoordelijkheid, elkaar hun grote genegenheid tonen. Twee mensen van vlees en bloed die, hoezeer ze politiek ook verschillen, werken aan versteviging van de EU, het Europese project.


Beeld 2. Konrad Adenauer en Charles de Gaulle bij de ondertekening van het Frans-Duitse vriendschapsverdrag 1963

Dit brengt mij bij een andere foto uit de na-oorlogse Europese geschiedenis: In 1963 ondertekenen De Duitse bondskanselier Konrad Adenauer en de Franse president Charles de Gaulle het Frans-Duitse vriendschapsverdrag. Twee oude, stijve mannen, zich bewust van het historisch moment, schudden elkaar in het Elysée-paleis in Parijs de hand, 18 jaar na het einde van WO II. Zij naderen elkaar …. omhelzen elkaar. We kunnen het ons niet altijd voorstellen, maar politiek wordt gemaakt door mensen. We hebben ze hard nodig, in deze verwarrende tijden van transitie.



Beeld 1: https://www.standaard.be/cnt/dmf20211104_93688243
Beeld 2: https://www.alamy.de/charles-de-gaulle-und-konrad-adenauer-nach-unterzeichnung-des-elysee-vertrags-image69403884.html




Gertjan Aalders

 
 

Blog

360 november 2021

Altijd mooi als een journalistieke foto-expositie wordt gehouden in een historische omgeving: in 2019 in het Dominicanenklooster, in 2020 in de Statenzaal, nu dus in de kantine van het dienstengebouw van de voormalige Centrale Harculo. Verleden ontmoet verleden. Je ruikt er bij binnenkomst nóg de dampende gehaktballen en vette kroketten. In 2017 werden de schoorstenen opgeblazen. Einde van een tijdperk? Toch niet: mede dankzij de aanwezigheid van kunst werd het dienstengebouw gespaard.

De 73e editie van de Zilveren Camera is inhoudelijk sterk gekleurd door de coronacrisis en van hoog niveau. De prijswinnende foto van een coronaslachtoffer gemaakt door fotograaf Kees van de Veen staat nog steeds op het netvlies.





Maar veel van de beelden zijn alweer vergeten. Minister Grapperhaus loopt een trap af, op weg naar een kamerdebat. Hij gaat daar diep door het stof na zijn bruiloft waar de coronaregels werden overtreden. David van Dam maakte dit ontluisterende beeld en won ermee de 3e prijs Politiek.

Een bezoeker, kalend, handen in de zakken, staat stil bij de prijswinnende fotoserie van Marwan Magroun die alleenstaande vaders met een migratieachtergrond in Rotterdam volgde. Hij won daarmee de Paul Peters Fotoprijs voor sociaal-geëngageerde fotografie.





Wat zien we daarboven? Een bronzen wanddecoratie gemaakt door kunstenaar Huib de Ru (1902 – 1980) gewijd aan vrijetijdsbesteding en sport, aangeboden door Zwolse bedrijven. Wat zei directeur A. Schrale van Schrale’s Beton ook al weer bij de opening op die bijzondere dag in 1955?

‘Dit nieuwe gebouw is het resultaat van harde en taaie arbeid, daarnaast is het goed aandacht te schenken aan het mooie dat ons mensen geschonken wordt. De steeds voortjagende tijd, de aldoor maar doorlopende zandlopers. Ze doen ons realiseren dat we ook de tijd van ontspanning moeten grijpen, anders is deze in ledigheid voorbij en dus verloren gegaan. Er zijn zoveel dingen in ons leven, waarvan we intens kunnen genieten. Ieder doet daar een keuze uit en zoekt daarin een beleving, die hem innerlijk en lichamelijk weldadig aandoet.’

Met zo’n toespraak kun je thuiskomen.

De woorden van A. Schrale zijn gevlogen, zijn stem wordt niet meer gehoord. Maar in deze omgeving komt de jongste editie van de Zilveren Camera des te beter tot haar recht.

Gertjan Aalders

 
 

De Stad Verbeeldt in 2021

De Stad Verbeeldt in 2021: de verbeelding aan de macht!


Wij kijken terug op een enerverend jaar, waarin de coronacrisis ons leven sterk heeft beïnvloed. Toch was 2020 -2021 ook een inspirerend jaar. De Stad Verbeeldt heeft de Dubbelexpositie De Stad Verbeeldt – Generation Z: what’s next? in Harculo gerealiseerd die veel enthousiaste bezoekers heeft getrokken. Enkele opgetekende reacties getuigen hiervan: “Wat een geweldig initiatief en wat een schitterende beeldverhalen!”, “Indrukkend geheel op prachtige locatie!” en “Prima initiatief: professionals en amateurs in één overzichtsexpositie.”

Isabelle - foto Linelle Deunk

De vele mooie gesprekken hebben ons geïnspireerd om door te gaan! De beeldverhalen, de portretten van Generatie Z en de indringende foto’s over de coronacrisis, maar ook de series uit de Zwolse wijken zijn, zoals iemand opmerkte, een vorm van visuele geschiedschrijving, actueel en relevant.

De succesvolle samenwerking met de IJsselbiënnale heeft de verbeeldingskracht geprikkeld. Het congres Onderstroom, georganiseerd door de IJsselbiënnale, in september sluit aan bij de thema’s waar de De Stad Verbeeldt de komende jaren aandacht aan schenkt. Wij hopen vanuit actuele thema’s zoals generaties, duurzaamheid en klimaat nieuwe beeldverhalen te ontsluiten.

Opening op het Lubeckplein - foto Bert Janssen
Opening expositie in Harculo - foto Gerlinde Schrijver

Visual Storytelling staat centraal in de komende ateliers, wedstrijden, stadsgesprekken en exposities. Enkele inspiratiebronnen: de Zilveren Camera, de fotoserie Co Housing van fotograaf Ilvy Njiokiktjien, die in opdracht van de New York Times een prachtige serie heeft gemaakt over generaties en duurzaamheid. Daarnaast is de expositie Rijzend Water van Kadir van Lohuizen een mooi voorbeeld met indrukwekkende foto’s over klimaatverandering.

In het nieuwe seizoen 2021 - 2022 gaat De Stad Verbeeldt samen met professionals, amateurs, leerlingen en studenten op zoek naar deze nieuwe verhalen. Dit alles vormt de opmaat voor de grote expositie zomer 2022: DE STAD VERBEELDT ….. WEER!

FOTOLAB FOTO GAAF - foto Annemarie Zijl

Op 16 oktober 2021 wordt gestart met dit nieuwe programma op het Impactfestival in de Philipsgebouwen in Zwolle rond de thema’s generaties en duurzaamheid. Kids 10+, ouders, verzorgers, opa’s, oma’s, worden uitgenodigd mee te doen met het atelier fotolab FOTO GAAF. Zij gaan met een camera op pad. Dat wordt een groot avontuur!

Het Verhaal van Harculo zal dit nieuwe seizoen eveneens centraal staan, waarbij oud-werknemers van de IJsselcentrale Harculo worden geïnterviewd en geportretteerd. Hun persoonlijke verhalen vertellen het verhaal van een energiebedrijf in transitie.

Alles stroomt bij De Stad Verbeeldt. Zin op mee te doen? Welkom bij De Stad Verbeeldt bij de ateliers voor volwassenen, amateurs, leerlingen en studenten, stadsgesprekken, wedstrijden en exposities. Wat ons betreft: wij maken er een inspirerend jaar van. Doe je mee?


Namens alle betrokkenen en medewerkers van De Stad Verbeeldt,
Gertjan Aalders, voorzitter Artistiek team
Fieke van ’t Riet, programmamanager De Stad Verbeeldt
 
 

Blog

360 juli 2021
Gertjan Aalders

Wat is het toch dat in De Stad Verbeeldt alles stroomt? Is dat ‘Alles stroomt’ een slogan, een titel van een gedicht, een verwijzing naar het Griekse panta rhei? Is het een state of mind waar steeds meer vrijwilligers, medewerkers en professionals rond De Stad Verbeeldt door zijn aangestoken? Mensen leven in verhalen. En die verhalen willen verteld worden. Dán gaat het stromen!

De Stad Verbeeldt biedt een steeds succesvoller platform voor de visuele verhalen van amateurs en professionals. De focus op experiment, zeggingkracht én persoonlijke beleving wordt herkend door de bezoekers aan de website en de foto-exposities op het Lübeckplein en in de Centrale Harculo.

Een van de meest ontroerende verhalen in Harculo is dat van amateurfotograaf Inge Roozen: zij vertelt in ‘Mijn vader en ik’ het verhaal van Hetty, dochter van Dolf Henneke, de eerste persfotograaf van Zwolle. Hetty woont weer in het ouderlijk huis waar herinneringen aan vroeger bovenkomen. De kijker ervaart de melancholie bijna fysiek.




Linelle Deunk heeft de haar verstrekte foto-opdracht rond het thema ‘Generation Z: what’s next?’ mathematisch strak uitgewerkt. Het resultaat is van een overdonderend zwartwit. Als kijker moet je je constant opnieuw verhouden tot wat je ziet: er is geen ruimte voor melancholie, dit zijn recht-voor-de-raapverhalen van jongeren die de gevolgen ondervinden van een jaar lockdown. De foto van het duo Isabelle en Sebastiaan is actueel én iconisch.




Nee, dan Berit Kramer, student Journalistiek. Zij stelt dat jongeren van nu zijn niet in één hokje te plaatsen. Zij plaatst haar model op de visuale catwalk en zie het resultaat: een zestal beelden waar het jeugdig enthousiasme vanaf spat. Melancholie, hoe bedoelt u? Lockdown, das war einmal! Zomer 2021: licht, ruimte, de paden op, de lanen in! Forever young, de toekomst lonkt! Berit Kramer brengt een optimistische boodschap.


Ik vraag me af: wat doet de tijd eigenlijk met ons? Ik herlees het gedicht ‘Tijd’, dat historicus Menze Poortman en ik schreven vlak voor de lockdown.

Tijd

bewegen is met één been
in het verleden staan
en met het andere op de
tast het heden ingaan
elke dag wijdbeens
de blik links
de blik rechts
en zo
het verleden uit
de toekomst in
 
 

DSV 2021: Alles stroomt

Het coronajaar heeft ons naast een maatschappelijke crisis ook veel goeds gebracht. DSV exposeert op een unieke locatie in Harculo de dubbelexpositie De Stad Verbeeldt – Generation Z: what’s next? van 18 juni t/m 14 juli 2021.

DSV heeft in coronatijd niet stilgezeten, er is hard gewerkt in de online gegeven ateliers en de tweemaandelijkse fotowedstrijden. Daarnaast zijn drie professionele fotografen in opdracht van DSV jongeren tussen de 15 en 25 jaar gaan fotograferen in tijden van corona. Dit levert een tijdsbeeld op van chillende jongeren op de bank, alleen of met vrienden, vriendinnen, broer of zus, door fotograaf Linelle Deunk ook wel de pyjamadag genoemd. Generation Z vindt haar eigen weg: online studeren, feestjes organiseren, spelletjes doen met ouders of vrienden. Sommigen raken in een depressie en vinden steun, anderen zijn volop aan het flirten.

Tijdens de coronacrisis is het werk van DSV gewoon doorgegaan en hebben wij samen met 038Games een Virtueel Huis van Verbeelding ontwikkeld voor de expositie en website. Creatief gebruik van digitaal erfgoed levert nieuwe spannende culturele experimenten op. Een nieuwe dimensie van kijken – zien - betekenis geven is in gang gezet.

Het is tijd om naar de toekomst te kijken: wat staat er op het programma het komende jaar?

DSV voert actie voor een aantal belangrijke culturele perspectieven in Zwolle, in een petitie vastgelegd. De gemeenteraad en Monique Schuttenbeld, wethouder cultuur gemeente Zwolle, sluiten zich aan bij de speerpunten, die DSV heeft geformuleerd in haar petitie:

  • Meer betaalbare expositie- en atelierruimte voor het middensegment van de kunst en cultuur: vormgevers, fotografen, beeldmakers, filmers en zzp’ers.
  • Een Centrum voor visual storytelling met vaste locatie in de stad om te exposeren, ateliers te verzorgen, stadsgesprekken te voeren en cursussen te volgen op het gebied van fotografie en visual storytelling

Naast de samenwerking met Zilveren Camera en Noorderlicht Groningen werkt DSV aan eigen exposities rond nieuwe, actuele thema’s: intergenerationaliteit, diversiteit & inclusie, klimaatverandering & duurzaamheid. Doe mee: alles stroomt!


Gertjan Aalders, voorzitter artistiek team DSV
Fieke van ’t Riet, programmamanager DSV


Alles stroomt

Kijk, het Ketelmeer stroomt de IJssel op
die bij Arnhem aftakt in de Nederrijn,
die als Mittelrhein en Oberrhein stroomt
tot aan de Rheinfall bij Schaffhausen,
waar hij bergopwaarts valt en zich als
Hochrhein en Alpenrhein op de seconde
nauwgezet splitst in Vorderrhein en
Hinterrhein in de Zwitserse Oberalpen,
tot die hun Graubünder quellen likken
en welgeteld zevenmaal de rotsen slaan.
Wij weten dit door aandachtig te kijken,
scherp te denken en wat te googelen.

Gertjan Aalders (2021)
 
 

Blog

360 mei 2021
Gertjan Aalders

Weet jij het nog? Maandag 16 maart 2020: in het Torentje zit premier Rutte achter zijn bureau. Hij kondigt verregaande maatregelen aan: ‘Het coronavirus houdt ons land in de greep. De opgave waar we voor staan is heel erg groot. Let een beetje op elkaar. Ik reken op u.’ Hij knikt ernstig naar de camera met zijn handen over elkaar gevouwen op zijn speech. In de verte, over de Hofvijver, het wegstervend geluid van een meeuw. Het is de dag die jij niet wist dat zou komen.

16 maart: het startpunt van een reeks van zeven fotowedstrijden van De Stad Verbeeldt rond het thema corona. Elke twee maanden een andere invalshoek. De zeven invalshoeken lezen als een gedicht:


Liefde in tijden van corona
De stilte voorbij
Ik heb het gehad
Maar achter deze hoek een werelddeel
Waar is iedereen?
Zolang wij erin zitten
Ik kan niet wachten

Zoom eens in op de afzonderlijke regels van dit zevenregelig gedicht, losse flarden van gesprekken die je op straat in het voorbijgaan opvangt. Je wilt niet luisteren, maar kunt er niets aan doen. Stemmen van verontruste stadgenoten die elkaar vanaf een afstand iets toeroepen. Verbonden in de liefde, een moment waarop we weer iets meer ruimte krijgen, de punt die iemand achter een schrijnende situatie aan het zetten is. Het zijn cris de coeur die we allemaal herkennen.

De centrale zin ‘Maar achter deze hoek een werelddeel’ is een regel uit het gedicht ‘Afscheid’ van Adriaan Morriën, zoomt uit en biedt enige hoop voor wie het erin leest: ook deze situatie gaat voorbij, ook deze pandemie komen we te boven. Maar wat een zorg, pijn en verdriet!

Waar is iedereen opeens gebleven? En de berusting: zolang we erin zitten. De vaccins die tergend langzaam - zo lijkt het - beschikbaar komen, het naderende voorjaar van 2021, we willen naar buiten, ademen, op een terras zitten, naar het theater, de wedstrijd, het water op, naar de camping, op vakantie: ik kan niet wachten!

Petra Mwaro, winnaar van de laatste fotowedstrijd, drukt met haar poëtische beeld deze verzuchting treffend uit. Het wordt straks nog dringen geblazen voor de douches op natuurcamping In de Gulle Eekhoorn.


 
 

Blog

360 maart 2021


Fotograaf Ronnie Zeemering laat van alles zien op zijn prijswinnende foto rond het DSV-coronathema ‘Zolang wij erin zitten’. Een bevroren beeld waarin een jonge vrouw uit balorigheid net geschilde aardappels in een schaal met water laat vallen. Dat spat best lekker, haar onderbeen wordt er nat van. Die piepers, zijn dat Eigenheimers? Beetje bloemig, ideaal voor aardappelpuree.

Die verlepte tulpen in dat vaasje? Geen bron van levenskracht meer, maar zó snel na aankoop hoeven ze hun sippe kopjes toch niet te laten hangen? Eh, wacht es, de gele kleurstof in die kweekbloemen is toch giftig voor poezen? Die pluizige haarbal links op de bank lijkt eerder een dode dan een levende Angorakat. Die zijn aanhankelijk en met een eigen willetje, maar dood doen ze niet veel meer. Sneu. En waar kijken die hangende tulpenkopjes dan op uit? Onmiskenbaar op een toegankelijke, multi-inzetbare Touraine Sauvignon blanc 2020.

Een van de twee benen van de balorige aardappelschilster intrigeert me. Is het even lang als het andere?

Zie ik het goed? Kwispelen de gekromde tenen aan beide voeten? Doen ze alle tien een weesgegroetje? De hak van de linkervoet is hoger dan die van de rechter, dat ziet zelfs de VAR. Het linkerbeen (d.w.z. het rechterbeen van de eigenaresse) is korter dan het rechterbeen (d.w.z. het linkerbeen van de eigenaresse). Haar bekken staat waarschijnlijk scheef, vandaar die overduidelijke pijn in haar getordeerde onderrug. Vioolspelen is er niet meer bij vandaag.

Het tijdstip: 15:41 uur. Typisch een klok van de droevige figuur die zo’n tijd aangeeft. Ja, het is slecht piepers jassen, als je in je klamme badjas met een houten kop de middag moet groeten. Het tweede glas wijn staat al klaar. The situation is hopeless, but not serious. En dat om twintig voor vier. Het is doodstil.

Kijk nou: wat glundert daar in de boekenkast, zo lekker leunend tegen de Grote Fotografen Boxset van De Volkskrant? Het is ‘Filosofie voor een weergaloos leven’ van docent levensbeschouwing Lammert Kamphuis. De vrouw gooit de piepers in het klotsende water en ontsnapt aan de stilstaande tijd. Een klein moment in een zee van treurigheid maar tevens een daad van rebels verzet. Deze vrouw leeft. Weergaloos!


Gertjan Aalders
 
 

Blog

360 januari 2021

Laten we eens inzoomen op de tweede prijs van de wedstrijd ‘Waar is iedereen’. Je ziet een meisje op de rug. We weten niet veel van haar. Het juryrapport beschrijft het beeld nauwkeurig en is lovend over het ‘poëtisch gehalte’ ervan. Ik werd getriggerd door dat woord. Je kunt alles wel poëtisch noemen, maar daarmee voorkom je de volgende lockdown niet.

Ik kreeg gisteren een foto opgestuurd waarop een stuk of wat schoenen aan een lantarenpaal bungelen. Het loopt al tegen de avond en de straat is aan schemeren. De foto was gecraqueleerd en in de tekst waren de woorden ‘een schoen is nooit alleen’ te lezen. Is zoiets poëtisch?


Een goede kennis liep afgelopen weekend een deel van het ‘Noaberpad’ , een wandelpad dat van Nieuweschans tot aan Kleef in Duitsland loopt. Nu weten we dat de veelgelezen dichter Kopland zijn ogen niet droog kon houden bij de aanblik van jonge sla in september, net geplant, slap nog, in vochtige bedjes. Mijn kennis vertelde dat hij zijn ogen niet droog kon houden bij de aanblik van twee mensen op een brug over een klein beekje nabij Bellingwolde en hij stuurde me als bewijs een foto van twee mensen op een brug over een klein beekje nabij Bellingwolde. In de lucht hing zo’n waterig zonnetje waar ik - maar dat is persoonlijk - nooit genoeg van krijg. Op de achtergrond hoorde ik ruisend riet en sijpelend water. Ontroerde de foto me?


Ik nam de proef op de som en bewerkte de foto. Het effect: een nagenoeg grafisch beeld, dat de omgeving terugbrengt tot haar essentie en de chaos achter zich laat. De mens geplaatst in een abstracte ruimte, ontdaan van tijd en plaats. Waar komt hij vandaan, waar gaat hij heen en waarom weten we het antwoord niet? Dat soort werk. Was dit visuele poëzie of een cliché?


Sommige foto’s ontroeren, andere niet. Maar wat verstaan we onder het ‘poëtisch gehalte’ van een foto? Op een muur in Leiden staat een mooi gedicht van de Russische dichter Alexander Blok waarvan de eerste vier woorden luiden: ночь, улица, фонарь, аптека: nacht, straat, lantaren, apotheek. Zó had ik het nog niet bekeken.


Gertjan Aalders
 
 

Blog

2020: de redactie blikt terug

Corona heeft de wereld in 2020 op zijn kop gezet. Op 9 maart kondigt premier Mark Rutte aan: ‘We stoppen met handenschudden’. De houterige ellebooggroet wordt geïntroduceerd, vanaf 12 maart werken mensen thuis, op 15 maart gaan de scholen en de horeca dicht. Het aantal besmettingen stijgt sterk, de straten zijn verlaten. Woorden als ‘lockdown’ en ‘pandemie’ gonzen rond. Mensen leven tussen hoop en vrees. Wanneer kunnen we weer de stad in, naar school, naar oma en opa en het verzorgingstehuis? Niemand weet precies wat er aan de hand is. Hoe ernstig ís de situatie in deze ‘anderhalvemetersamenleving’?

De medewerkers van De Stad Verbeeldt (DSV) vragen zich af welke activiteiten moeten worden gecanceld en welke in het voorjaar van 2020 nog wel doorgang kunnen vinden, eventueel met kunst- en vliegwerk. De programmamanager van DSV besluit in nauw overleg met het artistiek team en de ruim veertig (!) vrijwilligers de bestaande educatieve en artistieke koers door te zetten en tegelijkertijd de ontstane situatie journalistiek-artistiek uit te buiten. Dat resulteert begin april in een even actuele als historische visuele impressie van lege straten in Zwolle en ruime omgeving, gemaakt door studenten journalistiek van Windesheim.

De website wordt drastisch vernieuwd en geprofessionaliseerd, met dank aan Jan Carel Jansen Klomp. Dit maakt het mogelijk om een online platform voor professionals en amateurs op te zetten, nodig om een ander initiatief te huisvesten: de tweemaandelijkse fotowedstrijden waarin het coronathema centraal staat: ‘Liefde in tijden van corona’, ‘De stilte voorbij’, ‘Ik heb het gehad’, ‘Maar achter deze hoek een werelddeel’ en ‘Waar is iedereen?’ Steeds meer visual storytellers, fotografen en beeldmakers weten de weg naar De Stad Verbeeldt te vinden en zenden beelden en series in!

In september organiseert DSV de opening van de Zilveren Camera 2019 met Fotograaf des Vaderlands (2013) Ilvy Njiokiktjien. Centraal staat haar productie ‘Born Free’ over de generatie die is opgegroeid in het Zuid-Afrika van na de apartheid.
Conflictfotograaf Eddy van Wessel, drievoudig winnaar van de Zilveren Camera, houdt een lezing over zijn indrukwekkende serie IS-vluchtelingen in Syrië, tijdens een stadsgesprek. Dit alles in de historische Statenzaal in het centrum van Zwolle.
En wie de expositie ‘Terzijde’ van de sensitieve landschapsfotograaf Ton Broekhuis, in oktober tot en met december in diezelfde Statenzaal, heeft gemist, vindt troost in de beelden die op onze website staan. De expo is initiatief van DSV in samenwerking met Noorderlicht Photogallery, Groningen.

Ook DSV heeft zich in 2020 moeten aanpassen aan de gevolgen van corona. Deze hebben een sterke wissel getrokken op de uitvoerbaarheid van het programma. Maar we zijn trots op wat we wél hebben kunnen realiseren. We zijn dankbaar voor het enorme vertrouwen dat in ons gesteld is, door de bezoekers, maar ook door subsidiegevers, bedrijfsleven en de politiek.
Dat geeft ons de energie en de sterke motivatie om dóór te gaan op de ingeslagen weg. Op het vlak van visual storytelling staat er véél op stapel, juist in 2021. Kom je te laat, dan haalt de visuele geschiedenis je wel in. Toch?

Wij wensen, namens alle betrokkenen bij De Stad Verbeeldt, iedereen fijne feestdagen toe en een gezond 2021! We hopen jullie in 2021 weer te treffen bij onze activiteiten.


Fieke van ’t Riet
Gertjan Aalders
 
 

Blog

360 november

Het thema van de afgelopen fotowedstrijd, ‘Maar achter deze hoek een werelddeel’, heeft een bescheiden aantal inzendingen opgeleverd. Blijkbaar was de regel, afkomstig uit het gedicht ‘Afscheid’ van Adriaan Morriën, voor sommige potentiële inzenders iets te abstract of te moeilijk te visualiseren zonder gelijk aan een straathoek te denken. Zou de vervolgregel uit dit gedicht, ‘achter dit ogenblik een zee van tijd’ meer respons hebben opgeleverd?

Ik ben, nu ik ze dieper op mij heb laten doordringen, onder de indruk van de drie winnende beelden: het huwbare meisje met de wereldbol in haar hand, dat zich mooi heeft gemaakt voor iemand op wie ze lijkt te wachten. Zou die nog wel komen? (eerste prijs); de jonge vrouw in het zwart die zich betrapt weet tussen de scherven van een wereld die ze nooit heeft gekend (tweede prijs); de eenzame figuur uit een absurd toneelstuk van Beckett die wacht op zoek naar de betekenis van zijn wachten (derde prijs).

Drie personages die wachten op een wereld die ‘achter deze hoek’ verscholen blijft. Een wereld, die ook voor de kijker ongekend blijft. Het raakt me.

De drie beeldmakers zijn zich bewust geweest van de onderliggende betekenis van de frase ‘Maar achter deze hoek een werelddeel’: die woorden dragen immers het dna van de titel in zich: Afscheid. Je wilt iemand zien, je hebt de meest verfijnde kanten jurk uit je garderobe geselecteerd, de plooien van de kraag om je frèle hals gedrapeerd, maar die ander komt niet. Je plaatst je in een historische omgeving van een voormalige Sovjet-kazerne, de scherven kraken onder je zwarte laarsjes, maar het DDR-verleden opent zich niet. Je wacht, het is stil op het perron, op de hoek van straat. Waar wacht je op? Wat is de zin van al dit wachten?

Nadert het moment dat de personages iets als ‘afscheid’ ervaren? Het huwbare meisje houdt nog hoop, tegen beter weten in. De jonge vrouw in het zwart vertrapt de glasscherven op de vloer en realiseert zich: dát verleden komt niet terug. Maar die eenzame figuur die voorovergebogen wacht en wacht … die heeft zich neergelegd. Dat beeld vertelt het moment ná het afscheid. Het wordt stil.


Gertjan Aalders
 
 

Blog

360 september

Fotograaf Nadja Willems uit Soest heeft de DSV-fotoprijs van juli-augustus gewonnen: in enkele weken tijd maakte ze honderd foto’s van buurtgenoten, werkers, muzikanten, brandweermannen, theatermakers, shoppende huisvaders en wie maar voor haar camera wilde komen.

Ze plaatste de deelnemers in een speciaal gemaakte houten box van een kleine 3 x 3 x 3 meter en liet ze hun gang gaan. Het visuele effect mag er zijn: een heuse letterbak met kleurrijke en expressieve poppetjes die je het liefst even uit hun hokje boven oma’s dressoir wil tillen en van alle kanten bekijken. En dan wel weer voorzichtig terugplaatsen, want anders gaat het theerservies van oma aan diggelen.

Nadja, in een interview in het AD: ,,Ik heb heel veel gewandeld en dan krijg ik altijd de beste ideeën. Tijdens een van die rondjes kwam het idee van de box ineens bovendrijven. Zo kon ik deze rare tijd vastleggen. Ook voor de mensen zelf, zodat ze later terug kunnen kijken. Een documentatie maar dan op een grappige manier vastgelegd.”

Nadja is een ommetje gaan maken, ging de straat uit, de hoek om, een nieuwe wereld, en pats, daar was het idee.

Het deed me denken aan een zinsnede uit een gedicht dat me al sinds het begin van de coronacrisis door het hoofd spookt. Hoe luidt die zin ook al weer? Iets met een afscheid, iemand die een boodschap doet, de straat uitloopt, voorzichtig om zich heen kijkt, een lange reis … Ik kan er even niet opkomen …. Alzheimer-light-momentje. Eh … eh.. verdorie, dat ik dáár niet op kan komen, achter dit ogenblik een zee van tijd … Ik kijk weer even naar de figuurtjes in die letterbak, zie een kale vent, blootvoets, met een wereldbol in zijn boodschappenkarretje … flits … flits … honderd scènes in een letterbak, OMG, daar floept de zin naar boven: ‘… maar achter deze hoek een werelddeel … ‘.

Een zin uit een gedicht van Adriaan Morriën, dat ik eens las op de deur van een mij verder vreemd toilet. Achter deze hoek ligt weer een hoek en als je maar ver genoeg loopt een heel werelddeel. Mmm, mooi thema voor de fotowedstrijd van september.


Gertjan Aalders
 
 

Blog

360 juli

Een journalistieke fotowedstrijd als die van De Stad Verbeeldt levert, hoe bescheiden ook, een bijdrage aan de fotografische geschiedschrijving. Zo definieert een beeld de gebeurtenis die het onderwerp vormt van de foto. Dat geldt bijvoorbeeld voor een geregisseerd, prozaïsch beeld van Mark Rutte die vanuit het Torentje een toespraak houdt.

Of neem de foto van de Turkse fotografe Nilüfer Demir die tijdens de Europese migrantencrisis (2015) een verdronken peuter fotografeert op een Turks strand. Dit schokkende beeld is het icoon van een naargeestig conflict en één van de meest invloedrijke ooit gemaakt. Een beeld dat nooit went en dat is ook de bedoeling. What you see is wat you get. Beroerd genoeg. Maar verwijst het beeld alleen naar de beschreven gebeurtenis? Of verwijst het ook naar een achterliggende ‘waarheid’, in dit geval de onuitsprekelijke ellende die wordt veroorzaakt door menselijk handelen? Stiekem zijn we blij dat het niet ons kind was, zoals Susan Sontag aannemelijk maakt in haar essay ‘Regarding the pain of others’.

De foto van Henk Boudewijns is de winnaar van de juniwedstrijd ‘De stilte voorbij’ waarop een vermoeide zorgmedewerker in het avondlicht de camera inkijkt, tegen de donkere achtergrond van het UMCG. De jury is vol lof over de compositie, de beeldende kracht ervan. Maar in hoeverre kijkt iemand in de frontlinie van de pandemie of een door corona getroffene net zo tegen dit beeld aan als iemand die de dans is ontsprongen? Om welke inhoud draait het eigenlijk, een gefictionaliseerde? Is het een voorbeeld van een kitscherige popfoto en is er - vakkundig, dat wel - gebruik gemaakt van de lawaaierige beeldtaal van filmposters? Dat zou de fotograaf tekort doen.

Op de journalistieke foto van Geertjan Kuper (tweede prijs) van de Black Lives Matter demo zien we een jongetje dat ‘in afwachtend contact’ staat met de vrouw met de rode haren. Is dit enkel een registratie van een moment of zien we ook hier een tweede, meer symbolische laag?

De dansende foto van het meisje op het zebrapad van Hendrik Braet (derde prijs) lijkt geen last te hebben van dit soort overwegingen. Het is visuele fijnproeverij die het thema ‘De stilte voorbij’ op poëtische wijze heeft geïnterpreteerd.


Gertjan Aalders
 
 

Blog

360 juni
Jenseits

De eerste maandelijkse fotowedstrijd van De Stad Verbeeldt met als thema Liefde in tijden van Corona heeft een geweldige respons gehad. Een hele tour voor Gerlinde, Bert en mij om tot laat in de avond uit de binnengekomen beelden een topdrie samen te stellen.
Neem nu die winnende foto van Inge Koppenol: die heeft het toch helemaal? Twee bejaarde mensen achter glas die bezoek krijgen: journalistiek urgent, meerlagig en met een strakke, overigens niet perfecte compositie. Maar bovenal: dit beeld toont emotie, het ‘hier’ en het ‘daar’. Het Duits gebruikt daarvoor de precieze voorzetsels diesseits en jenseits: diesseits des Fensters, jenseits des Fensters. Er schuilt iets onherroepelijks in dat jenseits, ook al gaat het met de tweede naamval, maar wat maakt een naamval meer of minder uit in tijden van corona.
Dan het tweede beeld: dat oude echtpaar dat zich nergens aan stoort en onverstoorbaar het moestuintje bewerkt. Wie in de aarde ploegt, wroet ook in het hoofd, zo lees ik op de achterflap van de bestseller Tuinieren voor de geest van de vooraanstaande Britse psychiater Sue Suart -Smith. Zij ontwikkelde een horticulturele therapie, hetgeen zoveel betekent als tuinieren om uiteenlopende psychische problemen, waaronder depressie en eenzaamheid, te behandelen. Tuinieren kan helend werken en biedt inspiratie om de geest te verrijken. Of dat allemaal in dit vertederende beeld zit? Ik weet het niet, maar deze foto ontroert mij.
Passie in de paal, foto nummer drie, lijkt op zichzelf te staan. ‘Past die wel in het thema?’ vraagt uw alerte verslaggever die voxpopjes op de Melkmarkt verzamelt voor de dagelijkse nieuwsupdate van rtv-oost. Want wie kruipt er nou in een paal, als je niet bij de vrijwillige brandweer werkzaam bent? Ja, en wie is zo idioot om wekelijks in een korte broek met nog een stuk of twintig andere knapen tegen een bal aan te trappen en te doen alsof je dáár gelukkig van wordt? Deze foto van het jonge talent Naomi van Asperen is er een om in te lijsten en in een strakwit interieur in groot formaat aan de muur te hangen. Vergeet niet de fruitschaal vol rijp fruit op tafel te zetten. Die symboliseert namelijk de vergankelijkheid.

Gertjan Aalders
 
 

Blog

360 mei
Tik op google de woorden ‘corona’ en ‘foto’ in en je ziet een waaier aan beelden van het coronavirus. Hoe klein en onzichtbaar het ook is, wij stellen ons het virus voor als een groene, blauwe of rode bal met vervaarlijke zuignappen die op elk moment als een woeste set trompetten The Last Host inzetten.

Een andere voorstelling van het virus vertoont een sterke gelijkenis met de groene schil van een tamme kastanje, je weet wel, met die scherpe stekels die de kastanje moeten beschermen. Die schil wordt een napje genoemd en daarom behoort de kastanje tot de napjesdragersfamilie van bomen. Ik vraag me af of het coronavirus een napje hééft of een napje ís.

De verzameling beelden verandert zodra je de combi ‘corona’ en ‘foto’s’ intikt. Je ziet Annabel met haar vier kinderen achter het raam in Enschede, 22 maart, een thermometer in een latex handschoen, een ic-ruimte, het plein voor de kathedraal van Milaan, BEFORE en AFTER en af toe een visuele grap om de situatie dragelijk te houden. Scrol je verder naar beneden, dan rol je in de verbijsterende wereld van de wereldwijde lockdown: afstandhoudende burgers, slachtoffers met zuurstofmasker, een spandoek met de tekst: ‘Hou vol, lieve oma, Ruben en Floor’. Alles inclusief rood hartje. Op een reclamezuil de woorden ‘zing vecht, huil, bid, lach, werk (thuis) en bewonder’.

Ik tik de combi ‘corona’ en ‘fotografie’ in. De verzameling wordt diverser, de beelden alledaagser: meer huis-, tuin- en keukengevolgen van de lockdown, zoals een foto gemaakt door een werkloze fotograaf die zijn buren aan hun voordeur fotografeert, gevolgd door een serie foto’s van mensen in hún deuropening. Voorbeeld van actuele burgerfotografie in tijden van corona. Daarnaast journalistieke impressies die de gevolgen van de ophokplicht verbeelden: mensen achter glas die naar buiten staren, thuis aan het werk, zzp’ers die opdrachten mislopen en triest de camera inkijken.

In de laatste week van maart hebben zo’n twintig studenten van de opleiding Journalistiek van Windesheim hun naaste omgeving gefotografeerd, verderop te zien op deze site: lege straten in Joure, Zwolle, Maastricht. Ik kijk ernaar. Mij bekruipt weer dat gevoel van beklemming dat ik had in de begindagen van de intelligente lockdown.

Gertjan Aalders

Privacyverklaring

© copyright 2018-2024 de stad verbeeldt